Focus op gezondheid met de populatiegerichte gezondheidscyclus
Om de zorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden, is regionale samenwerking en zorginnovatie essentieel. Met de nadruk op gezondheid in plaats van ziekte. De populatiegerichte gezondheidscyclus is een model om toe te groeien naar een nieuwe aanpak van de gezondheidszorg. Centraal hierbij staan samenwerking en specifieke interventies voor specifieke groepen. Leonie Voragen (Q-Consult Zorg) en Annefrans van Ede (LUMC) lichten het model toe.
De populatiegerichte gezondheidscyclus is gebaseerd op de theorieën van Population Health Management (PHM), in combinatie met modellen voor verandermanagement, legt Leonie Voragen uit. De cyclus biedt handvatten voor regionale samenwerkingsverbanden die anders willen werken, met de focus op gezondheid in plaats van ziekte.
Als je binnen een segment mensen met een hoog risico kunt identificeren, kunnen professionals met deze mensen in gesprek gaan. Samen kunnen ze op zoek naar de werkelijke oorzaken van gezondheidsklachten en voorkomen dat problemen zich opstapelen. Vervolgens kunnen professional en burger samen een aanpak en aanbod op maat bedenken om de gezondheid te bevorderen en het risico te verlagen. Vaak valt dit aanbod buiten de formele zorg.
Vijf stappen van Population Health Management
De aanpak van PHM is de kern van de populatiegerichte gezondheidscyclus, legt Voragen uit. Die cyclus bestaat uit een binnenring en een buitenring. De binnenring beschrijft vijf stappen van PHM, zoals beschreven in het rapport van de WHO. De buitenring beschrijft zes bouwstenen. Dit zijn voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil de binnenring goed functioneren.
“PHM begint bij een beschrijving en identificatie van de populatie”, vertelt Voragen. “Vervolgens breng je de gezondheid van die populatie in kaart. Daarbij maak je binnen de populatie onderscheid naar subgroepen. Hoe is de populatie opgebouwd? Welke gezondheidsklachten zijn er bij verschillende groepen? Wat zijn de eigenschappen van die groepen?
De derde stap is dat je onderzoekt welke interventies er voor specifieke groepen mogelijk zijn en wat de verwachte impact is van die interventies. Dat gebeurt op basis van wetenschappelijk onderzoek en met impactmodellen, maar bovenal samen met de bewoners en professionals om wie het gaat.”
De vierde stap is het invoeren van de interventie met de hoogste verwachte impact voor specifieke doelgroepen. Als uit wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat gecombineerde leefstijlinterventie voor mannen met diabetes type 2 boven de 60 jaar goede resultaten oplevert, kun je die aanbieden aan de doelgroep. Tot slot moet je dan wel (stap 5) monitoren of de interventie die het op papier goed doet, ook in de werkelijkheid het gewenste effect heeft en de juiste doelgroep bereikt. En eventueel de aanpak aanpassen.
Hobbels om dingen gedaan te krijgen
“De binnencirkel kun je steeds opnieuw doorlopen voor verschillende doelgroepen binnen de populatie”, zegt Annefrans van Ede. “Probleem is wel dat het niet altijd eenvoudig is, omdat er vaak hobbels zijn om dingen gedaan te krijgen.”
De vierde stap is het invoeren van de interventie met de hoogste verwachte impact voor specifieke doelgroepen. Als uit wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat gecombineerde leefstijlinterventie voor mannen met diabetes type 2 boven de 60 jaar goede resultaten oplevert, kun je die aanbieden aan de doelgroep. Tot slot moet je dan wel (stap 5) monitoren of de interventie die het op papier goed doet, ook in de werkelijkheid het gewenste effect heeft en de juiste doelgroep bereikt. En eventueel de aanpak aanpassen.
Om de cyclus te kunnen volgen, legt ze uit, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Dit zijn de zes bouwstenen in de buitenring die te maken hebben met samenwerken, financieren en bekostigen, databeschikbaarheid en -gebruik en betrokkenheid van professionals en inwoners. Essentieel is ook dat er een verantwoordelijke regionale organisatie is. Deze bouwstenen zijn met behulp van wetenschappelijk onderzoek vastgesteld. Daarnaast zijn ze geladen met items die laten zien wat belangrijk is bij het implementeren van de bouwstenen.
“We beschikken bijvoorbeeld vaak niet over de juiste data van de populatie en gezondheidsproblemen. En over de effectiviteit van interventies ontbreekt vaak wetenschappelijk bewijs. Daarnaast vinden we het als samenleving lastig om onderscheid te maken tussen patiënten. Wat krijgt de ene wel en de ander niet? Richtlijnen en zorgpaden gaan uit van dezelfde interventie voor verschillende patiënten.”
Een ander knelpunt is dat veel organisaties pas aan het begin staan van regionale en domeinoverstijgende samenwerking. En die samenwerking is nodig, betoogt Voragen, omdat knelpunten vaak niet door één partij op te lossen zijn. “Een vastlopende spoedeisende hulp kan zelf weinig doen om te voorkomen dat ouderen naar hen toekomen zonder medische zorgvraag. Dat moet mede in andere domeinen opgelost worden.”
Voragen waarschuwt dat de populatiegerichte gezondheidscyclus geen quickfix biedt. “Het kost tijd om de zes bouwstenen op orde te krijgen. Daar moeten partijen in investeren. Het zal al snel vijf jaar duren voordat je echt resultaten ziet, ook op het gebied van gezondheid. Maar het model laat zien dat je, door datagestuurd te focussen op gezondheid, het zorgsysteem kunt transformeren. We hopen dat het model bijdraagt aan het bewustzijn dat dat nodig is, en dat het kan.”