2 september 2024

Convenant: betere toegang Medisch Generalistische Zorg

Branche- en beroepsverenigingen ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en ZN slaan de handen ineen om medisch-generalistische zorg (MGZ) beschikbaar en toegankelijk te houden voor mensen met een indicatie voor langdurige zorg (Wlz). Op 2 september 2024 ondertekenden de partijen hiervoor het Convenant Medisch Generalistische Zorg (MGZ).

De ondertekenaars van het Convenant Medisch Generalistische Zorg
© VWS

De basiszorg voor kwetsbare groepen als ouderen en mensen met een beperking staat onder druk. Steeds meer Wlz-cliënten blijven thuis wonen of kiezen voor een kleinschalige of geclusterde woonvorm. Ze houden hierbij hun eigen huisarts, maar om goede zorg te leveren is vaak specialistische kennis nodig. Dit vraagt samenwerking tussen huisartsen, specialist ouderengeneeskunde, arts verstandelijk gehandicapten (VG) en overige eerstelijnszorg. De complexiteit van het zorgstelsel en de bekostiging maakt het echter moeilijk om hiervoor sluitende afspraken te maken.

Samenwerking voor basiszorg kwetsbare groepen

Met het Convenant Medisch Generalistische Zorg willen de ondertekenaars de voorwaarden scheppen om samenwerking rond de zorg voor Wlz-cliënten te regelen. Die samenwerking moet leiden tot het volgende resultaat:

Medisch-generalistische zorg is de geneeskundige basiszorg die huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en artsen verstandelijk gehandicapten (VG) in samenspel bieden. Zowel overdag (reguliere zorg) als in de avond-, nacht- en weekenduren (spoedzorg).

Passende afspraken voor medisch-generalistische zorg

Steeds meer cliënten die onder de Wet langdurige zorg vallen, wonen thuis of in een kleinschalige of geclusterde woonvorm. Hierbij is het vaak ingewikkeld om de basiszorg of MGZ georganiseerd te krijgen. In een aantal leveringsvormen – met name het volledig pakket thuis (VPT) en het modulair pakket thuis (MPT) – wordt de huisartsenzorg niet uit de Wet langdurige zorg vergoed, maar uit de Zorgverzekeringswet. Ook zijn er aanbieders die zorg en verblijf bieden, maar die geen contract hebeen met het zorgkantoor voor behandeling.

In al deze situaties moeten specialisten ouderengeneeskunde, artsen VG, huisartsen en overige eerstelijnszorg samenwerken. Het convenant biedt partijen in de regio een kader om tot passende afspraken te komen. Zodat medisch-generalistische zorg voor alle Wlz-cliënten toegankelijk en beschikbaar is, en artsen, professionals, zorgkantoren en zorgverzekeraars optimaal kunnen samenwerken.

Regionale overlegstructuur

De convenantpartners gaan de afspraken in het convenant in de regio operationaliseren. Als het niet lukt om passende afspraken te maken, kunnen partijen zich wenden tot de regionale overlegstructuur. Die wordt onder verantwoordelijkheid van het zorgkantoor en de zorgverzekeraar samengeroepen. Iedere regio is vrij om voor die regio de best passende oplossingen te ontwikkelen.

De convenantpartners werken aan een handreiking die het convenant en de beoogde werkwijze in de regio introduceert en toelicht. Ze zullen zich ook inzetten voor noodzakelijke randvoorwaarden, zoals passende bekostiging, ICT en gegevensuitwisseling en de positionering van niet-gecontracteerde zorg zoals PGB-aanbieders. Daarnaast zette ze zich in om regionaal overleg rond MGZ te verbinden met andere programma’s en regionale overleg- en samenwerkingsvormen.