IZA-coördinator Anne Westendorp: 'IZA helpt om gezamenlijk eigenaarschap te nemen'
Anne Westendorp is regiocoördinator IZA namens de gemeenten Rotterdam, Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel. Het IZA heeft geholpen om samen eigenaarschap te nemen voor schaarstevraagstukken, zegt ze. Het stellen van prioriteiten brengt moeilijke keuzes met zich mee en de onzekere structuur waarin de regio moet werken maakt het lastig. De samenwerkende partijen richten zich niet alleen op acties van nu, maar op een duurzame verandering. Dat wil ze graag vasthouden.
‘Rotterdam-Rijnmond heeft net als de rest van Nederland een grote schaarste”, zegt Anne. ‘De kosten rijzen de pan uit en er is een groot tekort aan personeel, terwijl de vraag naar zorg blijft toenemen. Ik kijk in de regio, samen met andere partijen, naar wat er nodig is langs de volle breedte van het IZA: problematiek in de Wmo, de ggz, ouderenvraagstukken, et cetera – echt het brede speelveld waar je als gemeente dicht tegenaan zit. Juist om te een waterbedeffect te voorkomen, zoals de problematiek in de jeugdzorg die wordt verergerd door wachtlijsten in de ggz. Dat gaat over wederkerigheid tussen domeinen. De transformatie moet geen verschuiving van medisch naar sociaal domein zijn, maar vooral een betere samenwerking en afstemming tussen beide domeinen met aandacht voor positieve gezondheid.’
Hoe ziet de samenwerking in de regio er nu uit?
‘Er is een enorm gevoel van eigenaarschap bij regionale partijen als het over schaarstevraagstukken gaat. Het IZA heeft ons geholpen dit eigenaarschap collectiever te maken, en te laten samenkomen in de alliantie Samen Zorgen voor Morgen, waarin alle sectoren en domeinen vertegenwoordigd zijn. Binnen de alliantie zijn tien thema’s geïdentificeerd, met een bestuurlijk en tactisch eigenaar, elk met een eigen groep, die aan de lat staan voor uitwerking en concretisering van het regioplan. Bestaande netwerken worden hierin zoveel mogelijk benut.’
Wat wil je de komende jaren vasthouden?
‘Hoe wij werken vanuit de veranderkundige opgave onder de IZA-beweging, en hoe we ons als samenwerkende partijen niet alleen richten op acties voor nu, maar op duurzame verandering voor straks. Wat wij daarvoor nog meer nodig hebben zijn de randvoorwaarden om de gevolgen van investeren en transformeren duurzaam op te kunnen vangen. We moeten daarbij wel risico’s durven nemen - daar is het systeem nu onvoldoende op ingericht. Vanuit die optiek vraag ik het Bestuurlijk overleg IZA hoe zij regio’s hierin kunnen ondersteunen. Welke randvoorwaarden zijn nodig om risico’s wel te kunnen nemen? We hebben hierin de komende maanden écht meer succesverhalen nodig. Alleen zo kunnen we de energie vasthouden om samen de transitie te maken die zo enorm nodig is.’
Dit artikel is ook verschenen in de IZA Mid-term review: Samen werken aan zorg en welzijn