11 december 2023

Mag niet van ACM? Er mag meer dan je denkt!

Samenwerken is een essentieel aspect van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en organisaties zoeken naar mogelijkheden om samen knelpunten aan te pakken. Maar ze vrezen dat de Mededingingswet en de Autoriteit Consument en Markt (ACM) in de weg zullen staan. Onnodig, volgens Frank Pellikaan en Cosmin Nicolae van de ACM. “Als het belang van de patiënt wordt gediend en de driehoek zorgaanbieders, verzekeraar en patiënt is meegenomen in de besluitvorming, komt de ACM niet in beeld.”

Als zorgorganisaties wijzen naar de Mededingingswet als horde voor samenwerking, dan gaat het specifiek om artikel 6, lid 1. Dit artikel luidt: “Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst.”

© VWS/PureBudget

Uitzonderingscriteria

Maar met dat verbod is lang niet alles gezegd, aldus Pellikaan. “Er zijn vier uitzonderingscriteria. Als daaraan is voldaan, mogen partijen wél afspraken maken. Zelfs als dit leidt tot concentratie in de markt en minder keuze voor de burger.”

De vier voorwaarden zijn:

  1. De samenwerking moet een maatschappelijk doel dienen, bijvoorbeeld kwaliteit, toegankelijkheid, betaalbaarheid of doelmatigheid van de zorg.
  2. De beperking van de marktwerking mag niet verder gaan dan noodzakelijk is om de gestelde doelen te bereiken.
  3. De voordelen van de samenwerking moeten in ieder geval deels ten goede komen aan de patiënt.
  4. Er moet voldoende concurrentie overblijven, zodat er voor de patiënt wel iets te kiezen valt.

“Kortom, de mededingingsregels staan de beweging naar meer samenwerking zoals ingezet in het IZA niet in de weg, zolang de voordelen van de samenwerking voor patiënten en verzekerden opwegen tegen de nadelen van beperking van keuzemogelijkheden en mededinging voor die patiënten en verzekerden.”

Zorgdriehoek betrekken

Naast deze klassieke manier van het toetsen van samenwerkingen die voor alle sectoren geldt, kunnen partijen specifiek voor de zorg er voor kiezen om hun samenwerking binnen de zorgdriehoek vorm te geven.

© ACM, Cosmin Nicolae

Partijen die vinden dat een samenwerking nadelig is voor de patiënt/verzekerde, kunnen een klacht indienen bij de ACM. Die kan dan een onderzoek starten. “Het is daarom van belang dat dat je als je gaat samenwerken de andere partijen uit de ‘zorgdriehoek’ zorgaanbieder-verzekeraar-patiënt betrekt”, zegt Nicolae. “Als je alle belanghebbenden aan tafel hebt en zij hebben geen bezwaar, komt de ACM niet in beeld."

Dit gaat niet altijd goed, merkt hij op "We zien dat patiëntenorganisaties vaak niet betrokken worden of dat zorgaanbieders zelf invullen wat de voordelen voor patiënten zijn, zonder die daarbij te betrekken. Dat is niet de bedoeling.” Pellikaan: “Vraag je als je overweegt om samen te werken altijd eerst af waarom je wilt samenwerken. Wat levert het op voor de patiënt? Betrek de stakeholders en ga aan de slag.”

De angst voor de ACM is niet nodig, vindt Nicolae. De autoriteit steekt hoogst zelden een stok tussen de spaken bij samenwerking en dan alleen als deze nadelig uitpakt voor patiënten. Hij denkt dat de vrees voor ingrijpen een erfenis uit het verleden is. “In de periode 2009-2011 waren we vrij actief in de zorgsector en hebben we ingegrepen bij samenwerkingen in de thuiszorg, tussen huisartsen en tussen ziekenhuizen. Dat heeft ons een slecht imago opgeleverd. Maar de afgelopen tien jaar hebben we geen boetes opgelegd in de zorgsector. Er kan meer dan je denkt.”

Excuus om niet samen te werken

Pellikaan vermoedt dat het argument ‘mag niet van de ACM’ sommige partijen wel goed uitkomt. “Het IZA vraagt van partijen om echt samen te gaan werken aan toekomstbestendige zorg. Dat is best een stevige opgave omdat organisaties voorbij het eigen belang moeten kijken, terwijl het soms ingrijpende gevolgen kan hebben voor de eigen organisatie. De transformatie is niet makkelijk, maar we moeten proberen voorbij de koudwatervrees te komen. Partijen kunnen in elk geval niet het argument hanteren dat het niet mag van de ACM".

© ACM, Frank Pellikaan

Het is lastig om uit algemene voorbeelden af te leiden wat in een specifieke situatie wel en niet mag. “Elke situatie is uniek” zegt Nicolae. “Mededingingstoezicht is casuïstisch van aard. De beoordeling van afspraken is altijd afhankelijk van de concrete invulling van die afspraken. Als het bijvoorbeeld gaat over samenwerking tussen huisartsen in het overleg met zorgverzekeraars mag er best veel. Er is bijvoorbeeld veel ruimte voor gezamenlijk onderhandelen als beide partijen hiermee instemmen. Maar het moet wel duidelijk zijn dat het niet alleen over commerciële zaken gaat, zoals tarieven, de zorginhoud moet centraal staan.”

Als de samenwerking niet in het belang van de patiënt is, kan de ACM ingrijpen. Bijvoorbeeld als huisartsen een postcodebeleid voeren en met elkaar afspreken geen patiënten uit andere regio’s over te nemen terwijl zij daar wel de capaciteit voor hebben. Dat beperkt de vrije artsenkeuze en is vooral in het belang van de huisartsen, niet in dat van patiënten. Zorgorganisaties mogen ook niet met elkaar afspreken om zzp’ers te weren of om elkaars medewerkers niet over te nemen, omdat dit vrijwel altijd nadelig uitpakt voor zorgmedewerkers. Maar ze mogen onder voorwaarden wel een gezamenlijke flexpool opzetten zodat het personeel optimaal ingezet kan worden in de regio.

ACM buiten de deur

“Er zijn twee leidende principes voor beoordeling van samenwerkingsafspraken”, vat Pellikaan samen. “De eerste is dat de doelstellingen concreet en meetbaar beschreven zijn in termen van kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg. En dat de patiënt er beter van wordt. De tweede is dat de partijen van de ‘zorgdriehoek’ volwaardig betrokken zijn bij de betreffende afspraken en dat die ermee instemmen.”

Nicolae: “Als je deze zaken in de gaten houdt, ben je er vrijwel van verzekerd dat de afspraken passen binnen de kaders van de mededingingsregels. En houd je de ACM buiten de deur. En als je toch nog twijfelt of vastloopt, dan kun je altijd informeel contact met ons opnemen. We leggen graag uit hoe het zit en kunnen richting/guidance geven. We nodigen partijen uit daar gebruik van te maken. Zij kunnen ons mailen via vragen.zorg@acm.nl. Of neem een kijkje op onze website.”

Naar de website van de ACM