7 november 2022

Zorgtechnologie voor mensen met lagere inkomens

Hoe kun je technologische innovaties inzetten om de gezondheid van mensen met een lagere sociaaleconomische status (SES) te verbeteren? Met deze vraag gaan Hogeschool Saxion, Hanzehogeschool en 22 partners de komende 8 jaar aan de slag in het SPRONG-programma HealthTech in Society. De resultaten moeten helpen om zorg te voorkomen, verplaatsen en vervangen. Lector Karin Dijkstra van Hogeschool Saxion is een van de trekkers van het programma. ‘Ik geloof in kleine stapjes.’

De krapte op de arbeidsmarkt en de vergrijzing maken de inzet van technologie noodzakelijk, aldus Dijkstra. Zij werd op 13 oktober 2022 geïnstalleerd als lector Gezondheidsbevordering in de leefomgeving van het lectoraat Smart Health van Saxion. ‘De druk op de gezondheidszorg is nu al enorm en zal de komende jaren alleen maar toenemen. Technologie kan helpen om die druk te verminderen. Daarbij is het wel essentieel dat die technologie aansluit bij mensen met een lagere SES.’

Karin Dijkstra
© Karin Dijkstra, Hogeschool Saxion

Talige technologie

Veel innovaties zijn nu nog niet afgestemd op mensen met een lagere opleiding en lager inkomen. ‘We denken vaak dat mensen zelf de regie over hun eigen gezondheid kunnen nemen, maar dat geldt niet voor iedereen’, zegt Dijkstra. Sommige mensen zijn minder zelfredzaam. Ze hebben bijvoorbeeld een taalachterstand, terwijl veel technologie ‘talig’ is ingericht. Iemand met een hogere opleiding pakt dat gemakkelijk op, maar deze mensen hebben meer ondersteuning nodig.’

Er spelen vaak ook sociale aspecten. Mensen zijn gewend aan een bepaalde, ongezonde leefstijl, vaak al tientallen jaren. Dat buig je niet zomaar even om. ‘Het kan zelfs zijn dat iemand die gezond wil gaan leven vijandige reacties van zijn omgeving krijgt. In ieder geval niet stimulerend. De uitdaging is om dan niet alleen die ene persoon gezonder te laten leven, maar ook zijn omgeving mee te krijgen. Dat is ingewikkeld, maar het is ook een kans met een mogelijk groot resultaat.’

Brede bundeling van krachten

HealthTech in Society bundelt de krachten van een groot aantal partijen. In de coalitie zitten, naast Saxion en de Hanzehogeschool, onder andere kennisinstituten, zorg- en welzijnsinstellingen, mkb-bedrijven en overheid. Ook mensen met een lagere SES worden betrokken bij het programma, onder meer via expertisecentrum Pharos en patiëntvertegenwoordigers. Op 29 september was de kick-off van het programma.

Leergemeenschappen

De deelnemende partijen aan HealthTech in Society hebben een plekje gekregen in drie leergemeenschappen rond voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg.

  1. Het voorkomen van zorg helpt om de werkdruk van zorgprofessionals te verlichten. De leergemeenschap kijkt onder meer naar digitale innovaties voor vroegdiagnostiek. ‘Je kunt hierbij denken aan het gebruik van data en algoritmes om patronen te herkennen en effecten te voorspellen’, zegt Dijkstra.
  2. Verplaatsen van zorg kan bijvoorbeeld door mensen eerder vanuit het ziekenhuis naar huis te laten gaan. Dan moeten er wel manieren zijn om de situatie thuis te monitoren en contact te onderhouden met de behandelaar. De inzet van professionals verandert en dat vraagt technologische ondersteuning. De partijen in deze leergemeenschap buigen zich over de vraag wat daarvoor nodig is.
  3. De derde leergemeenschap houdt zich bezig met vraagstukken rond het vervangen van zorg. Bijvoorbeeld om de kwaliteit van zorg in krimpregio’s op peil te houden.

‘De leergemeenschappen kijken wat de knelpunten zijn op de diverse thema’s en welke verandering er nodig is’, legt Dijkstra uit. ‘Dit heeft twee kanten. Aan de ene kant gaat het om het ontwikkelen van nieuwe technologie, bijvoorbeeld datatechnologie. Aan de andere kant ligt er ook al veel op de plank dat doorontwikkeld kan worden en toepasbaar gemaakt voor mensen met een lagere SES. Nu is veel afgestemd op die spreekwoordelijke witte man van 50; het is er wel, maar sluit niet goed aan.’

Wandelenden ouderen
© VWS, PureBudget

Gezondheidswinst en plezier in het leven

Het programma heeft een looptijd van 8 jaar. ‘Ik hoop dat we in die periode een aantal projecten kunnen opleveren die een verschil maken en een voorbeeld kunnen zijn voor ander projecten’, blikt Dijkstra vooruit. ‘Projecten die gezondheidswinst opleveren en mensen meer plezier in het leven geven.’

Verandering gaat in kleine stapjes, aldus Dijkstra. Als voorbeeld noemt ze een groep ouderen met een migratieachtergrond in de Rivierenwijk in Deventer. Die komen bij elkaar in een Huis van de Wijk waar ook het sociaal wijkteam werkzaam is. Met de ouderen werd het gesprek gevoerd over gezondheid en hoe je daarmee kunt omgaan. ‘Op een gegeven moment zijn ze begonnen met kleine  wandelingen met deze groep. Na verloop van tijd vroegen de mensen zelf: “Gaan we niet wandelen?”’

'Als je kunt beginnen om mensen het plezier van bewegen te laten ervaren, kun je daarop verder bouwen. Het kan een katalysator zijn voor gezonder gedrag. Dat heeft tijd nodig. Slechte gewoonten verander je niet in een paar weken. Daar komt bij dat voor mensen die in armoede leven gezondheid vaak een luxe is. Dat maakt interventies ingewikkeld. Maar het is des te maar nodig dat het gebeurt. En technologie kan daarbij behulpzaam zijn.’