75 procent minder vaak naar de huisarts dankzij telemonitoring
Slimmer werken en organiseren is nodig om een zorginfarct te voorkomen. Technologie kan daarbij helpen, mits goed gebruikt. De Limburgse huisartsencoöperatie Meditta heeft de afgelopen jaren geëxperimenteerd met een systeem om diabetespatiënten thuis te volgen. Dankzij de inzet van deze toepassing en het aanpassen van het zorgproces hoeven patiënten nog maar één keer per jaar naar het spreekuur te komen in plaats van vier keer.
Waarden direct naar dashboard huisarts
De toepassing bestaat uit een bloeddrukmeter, een bloedprikker en een weegschaal. De patiënt meet één keer per week zijn bloeddruk, glucose en gewicht. De gemeten waarden gaan automatisch naar de leverancier van het systeem via een kastje dat is aangesloten op de internetrouter. De leverancier zet de waarden, eveneens automatisch, in een overzichtelijk dashboard voor de huisarts of praktijkondersteuner.
Liedekerken is enthousiast over het systeem en de nieuwe werkwijze. “De praktijkondersteuner legt aan de patiënt uit hoe het werkt en die voert zelf de metingen uit. Het voordeel van elke week meten is dat je de ontwikkeling veel beter kunt volgen. Bij de kwartaalconsulten hebben we altijd slechts een momentopname. Als er afwijkingen zijn in de waarden, zien we dat in het dashboard in geel of rood aangegeven. Dan kunnen we alsnog de patiënt uitnodigen.”
500 uur minder werk voor praktijkondersteuner
Normaal komt een patiënt vier keer per jaar naar de praktijk voor controle. Dat kost vier keer een halfuur. Dankzij een andere organisatie van het zorgproces met de inzet van Chipmunk is dat nog maar één keer per jaar. Dat scheelt anderhalf uur per patiënt. Dat lijkt misschien niet zoveel, maar Liedekerken heeft alleen in haar praktijk al 468 patiënten met diabetes. “Je moet wel het dashboard in de gaten houden, maar netto scheelt het bijna 500 uur per jaar.”
Een onverwachte bijvangst is dat bij enkele patiënten hartritmestoornissen zijn opgemerkt. “De bloeddrukmeter meet ook de hartslag. Zo ontdekten we dat en konden we patiënten vragen naar het spreekuur te komen. Op de korte termijn betekent dat extra zorg, maar op langere termijn kan het zorg besparen. En we kunnen voorkomen dat gezondheidsproblemen bij de patiënt verergeren.”
De huisarts had verwacht dat het wekelijkse meten ook het bewustzijn en het gedrag van patiënten zou beïnvloeden, maar daar is niets van gebleken. “Je hoopt dat mensen bijvoorbeeld meer gaan bewegen of anders gaan eten om de glucosewaarde of hun gewicht omlaag te krijgen. Maar dat gebeurt nagenoeg niet.”
Inzet bij andere aandoeningen
Het systeem van Chipmunk is ook voor andere doeleinden in te zetten. Zo gebruikt Ziekenhuisgroep Twente het om de virtuele vinger aan de pols te houden bij patiënten die na een maagverkleining naar huis gaan. Het Duitse Strokecoach past het systeem toe bij een revalidatieprogramma voor mensen die een beroerte hebben gehad. De gemeente Heerlen tot slot zet Chipmunk in om het effect te meten van binnenklimaat en energieverbruik op de gezondheid.
Mogelijk wordt de inzet van het systeem verbreed naar mensen met COPD. Liedekerken: “Die komen nu één keer in de drie jaar naar de praktijk voor een longfunctie. Als we tussendoor ook kunnen meten zonder extra belasting voor de praktijkondersteuner, kunnen we patiënten beter in de gaten houden.”