Academie voor Patiënt en Mantelzorger versterkt zelfredzaamheid
De Academie voor Patiënt en Mantelzorger van het Maastricht UMC+ werkt sinds 2018 op verschillende manieren aan het versterken van de zelfredzaamheid na behandeling in het ziekenhuis. Samen met VVT-organisatie Envida zijn er nu plannen om het programma van de academie ook in de wijk aan te bieden. Gelijktijdig worden plannen ontwikkeld voor opschaling naar de hele regio Zuid-Limburg.
Matthijs Bosveld is arts-onderzoeker bij het MUMC+ en doet zijn promotieonderzoek deels naar de Academie voor Patiënt en Mantelzorger (APM). Het doel van de academie is om mensen zelfredzamer te maken en meer de regie te geven over hun eigen zorgproces, legt hij uit. "De wijkverpleging krijgt het steeds moeilijker om alle patiënten de zorg te bieden die zij vragen. Een van de oplossingen is om mensen zelfredzamer te maken. Mensen worden dan minder afhankelijk en hoeven niet thuis op de thuiszorg te wachten. En de capaciteit die daarbij vrijkomt kan worden ingezet voor mensen die echt zorg nodig hebben.”
Drie pijlers
De APM heeft drie pijlers om aan zelfredzaamheid te werken. De eerste pijler bestaat uit instructie door een ervaren verpleegkundige om hulpmiddelen te gebruiken en verpleegtechnische handelingen uit te voeren. Van de ogen druppelen met een druppelbril en het aantrekken van steunkousen met een kousenhulp tot het spuiten van bloedverdunners en het verwisselen van intraveneuze antibiotica.
De tweede pijler richt zich op het activeren van hulpmiddelen, waaronder digitale hulpmiddelen zoals eHealth. Patiënten en mantelzorgers leren hier bijvoorbeeld hoe ze online contact kunnen leggen met hun hulpverlener en hoe ze hun weg kunnen vinden in een online omgeving. De derde pijler bestaat uit meerweekse programma’s waarin mensen leren omgaan en leven met een chronische aandoening.
Deelnemers aan de APM zijn tot nu toe vooral mensen die onder behandeling zijn bij het MUMC+. “Op strikt vrijwillige basis”, aldus Bosveld. “We gaan in gesprek en vragen of patiënten bereid zijn om een instructie te volgen. En of ze het durven. Jezelf spuiten is voor sommige mensen een brug te ver. Als mensen niet durven, dan respecteren we dat. Maar een grote groep met name jongere patiënten wil het graag, omdat het hen helpt hun zelfstandigheid te behouden. Niemand wil graag afhankelijk zijn.”
Kritiek van MantelzorgNL
In het begin kwam er kritiek om de APM vanuit MantelzorgNL. De vereniging die opkomt voor iedereen die zorgt voor een familielid, vriend of buur vond dat mantelzorgers al zwaar genoeg belast werden. De beweging om steeds meer zorg ‘af te wentelen’ op patiënt en mantelzorger werd als ongewenst ervaren. De APM heeft regelmatig contact met MantelzorgNL; Bosveld beschrijft de gesprekken als ‘zeer constructief’.
“Iedereen ziet dat de wijkverpleging knelt en dat er simpelweg te weinig mensen in de zorg werken om iedereen de zorg te kunnen blijven geven op de oude manier. We ontkomen er niet aan om de zorg anders in te richten. Een mogelijkheid daarbij is om een beroep te doen op patiënten en mantelzorgers om zelf taken op zich te nemen. En daar begeleiden we hen zo goed mogelijk bij. Verpleegkundigen die de instructie geven gaan een extra training volgen om overbelasting bij mantelzorgers te herkennen. Dat nemen ze mee in de instructie.”
Instructie dicht bij huis
Op dit moment richt de APM zich nog vooral op patiënten van het MUMC+ en de instructie gebeurt bij het ziekenhuis. Het MUMC+ en Envida maken, samen met de partners in de regio Zuid-Limburg, plannen om het werkgebied uit te breiden. Zodat ook patiënten van de huisarts en bijvoorbeeld een revalidatiekliniek van de academie kunnen profiteren. Daarnaast de academie uitbreiden met trainingen gericht op omgang met chronische aandoeningen, zoals dementie.
Instructie gaat in de plannen dichter bij gebeuren, zoals in wijklocaties en buurtcentra. Of aan huis. “Als we een bredere doelgroep kunnen bereiken, kunnen we nog meer impact maken”, zegt Ars. “Zodat mensen meer regie houden over hun eigen zorgproces en wij capaciteit kunnen vrijspelen voor mensen die het harder nodig hebben.”