Alliantie Amsterdam UMC en Flevoziekenhuis: betere zorg voor patiënt en werkplezier voor dokters
Amsterdam UMC en het Flevoziekenhuis in Almere hebben een alliantie voor diverse specialismen. In 2009 is al een brede samenwerking gestart op het gebied van vaatchirurgie, borstkanker, darmkanker en traumatologie. In de loop der jaren volgden andere aandoeningen. Voor het grootste deel van de onderzoeken en behandelingen kunnen patiënten dicht bij huis terecht. Complexe diagnostiek en innovatieve behandelingen vinden plaats in Amsterdam, het opereren gebeurt in Almere. Behandelaren en patiënten zijn blij met de samenwerking.
Gwen Diepenhorst is oncologisch chirurg, gespecialiseerd in borstkanker. Ze werkt sinds 2016 in beide ziekenhuizen. De eerste jaren in het AMC en tegenwoordig op locatie VUmc, omdat de oncologie daar is geconcentreerd na het samengaan van beide universitaire ziekenhuizen. Ze is afwisselend te vinden in Almere en Amsterdam, net als negen collega’s in haar team. “De arts volgt als het ware de patiënt”, legt ze uit.
De samenwerking ontstond vanuit de behoefte om niet-complexe zorg uit het academisch ziekenhuis te verplaatsen en daardoor capaciteit vrij te maken voor complexe zorg. Nucleaire onderzoeken en innovatieve diagnostiek zoals ‘contrast enhanced mammography’ gebeuren in Amsterdam UMC, net als complexe herbestralingen in een verwarmde setting (hyperthermie). Ook trials naar nieuwe behandelmethoden vinden grotendeels in het academisch ziekenhuis plaats.
Operatie in Almere
Patiënten gaan voor een operatie naar het Flevoziekenhuis. “Het team daar is een geoliede machine en de kosten voor een operatie zijn in Almere lager dan in dan in het academisch ziekenhuis", zegt Diepenhorst. “Patiënten uit Amsterdam ervaren het soms als een drempel dat ze naar Almere moeten, maar het gebeurt altijd in goed overleg. Een belangrijke succesfactor van de samenwerking is dat de patiënt die eerst in Amsterdam UMC is gezien en daarna doorverwezen wordt naar het Flevoziekenhuis door dezelfde arts wordt behandeld. De meeste patiënten zijn uiteindelijk erg tevreden over de behandeling en de persoonlijke sfeer in het Flevoziekenhuis.”
Tineke Klinkert begon haar zorgtraject bij Amsterdam UMC. Ze vertelt erover op de website van Amsterdam UMC. “Het gaat mij erom dat ik de juiste behandeling krijg. Dat ik voor die twee borstbesparende operaties naar het Flevoziekenhuis in Almere moest, vond ik dus niet zo erg.” De rit naar Almere valt erg mee en parkeren gaat er vlotter dan in Amsterdam, vertelt ze. Gwen Diepenhorst was vanaf het begin in Amsterdam betrokken bij de behandeling en voerde in Almere de operatie uit. Voor controles kan Klinkert gewoon weer naar de mammapoli bij Amsterdam UMC.
Alliantiebureau voor soepele logistiek
Beide ziekenhuizen hebben een alliantiebureau opgezet om de samenwerking te faciliteren. Patiënten krijgen een verpleegkundig specialist als vaste contactpersoon voor beide locaties. Medewerkers van het bureau zorgen voor een gesmeerde logistiek. Ze plannen afspraken in, zorgen dat de dossiers op het juiste moment bij de goede artsen zijn en reserveren operatiekamers, zodat alle fasen van de behandeling soepel verlopen en goed op elkaar aansluiten.
Voor artsen heeft de samenwerking ook voordelen, ervaart Diepenhorst. “Het is interessant om op twee locaties te werken. Een academisch ziekenhuis werkt anders dan een perifeer ziekenhuis. Het vraagt andere oplossingen en een andere logistiek. Dat houdt je scherp. In Almere zie ik ook patiënten met andere aandoeningen. Die afwisseling maakt het werk ook aantrekkelijk.”
Doordat een groot deel van het team op beide locaties werkt, is iedereen gelijkwaardig, aldus Diepenhorst. “Elders heb je nog wel dat het academisch ziekenhuis het expertisecentrum is dat een streekziekenhuis adviseert. Wij bespreken samen alle patiënten en werken volgens dezelfde protocollen. Die gelijkwaardigheid is de kracht van onze samenwerking.”
Administratief circus
Administratief had de samenwerking vooral de eerste jaren nog wel de nodige voeten in de aarde, vertelt Franck Asselman, als accountmanager bij Amsterdam UMC verantwoordelijk voor de samenwerking tussen de ziekenhuizen. “In het begin mochten we voor elke patiënt niet meer dan één dbc (diagnose-behandelcombinatie, red.) openen. Vervolgens moesten we dan onderling de verrichtingen verrekenen. Dat administratieve circus was heel onhandig en betekende heel veel administratie en problemen met kosten toerekenen.”
Langdurig overleg met de Nederlandse Zorgautoriteit resulteerde uiteindelijk in een aanpassing van de beleidsregel. Daardoor mogen beide ziekenhuizen nu parallelle dbc’s openen. “De NZa had wel twijfels en was bang dat we dubbele kosten in rekening zouden brengen. Maar ze stemden in, op voorwaarde dat de zorgverzekeraar het goedkeurde.” Die keurde het inderdaad goed, mits de totale kosten niet hoger zouden worden. Sinds twee jaar declareren de ziekenhuizen volgens deze nieuwe methodiek.
Uitwisseling van informatie
Een andere hobbel in de samenwerking was de uitwisseling van informatie. Het Flevoziekenhuis werkt met het patiëntendossier HiX van Chipsoft, Amsterdam UMC gebruikt het Amerikaanse Epic. Deze systemen communiceerden in het verleden slecht met elkaar, maar ook daar zijn verbeteringen gaande, vertelt Asselman. “We gebruiken bijvoorbeeld het platform XDS om alle digitale beelden te delen. En er komen nieuwe verbeteringen aan. Dat scheelt ook veel gedoe en extra werk.”
Een belangrijke factor in het succes van de samenwerking is dat beide ziekenhuizen volledig complementair zijn aan elkaar, aldus Asselman. “Er is een duidelijke taakverdeling en er is geen concurrentie of discussie over van wie de patiënt is. Wat ook meespeelt is dat er op bestuurlijk niveau grote betrokkenheid en vertrouwen is. Ik ben de accounthouder bij Amsterdam UMC en ik heb een vast aanspreekpunt bij het Flevoziekenhuis, namelijk de alliantiemanager. Dat zorgt voor korte lijnen. Daarnaast is er draagvlak bij de medische afdelingen en weten zij elkaar ook goed te vinden."
OncoNoVo+
In 2023 zijn de oncologieafdelingen van dertien ziekenhuizen in Noord-Holland en Flevoland, waaronder Amsterdam UMC en Flevoziekenhuis, samen het netwerk OncoNoVo+ gestart. Met elkaar gaan de ziekenhuizen de uitdagingen van de toekomst aan, zoals volumenormen en schaarste aan medewerkers. Daarnaast zetten ze zich in om de kwaliteit van de oncologiezorg in de hele regio te optimaliseren. Voor de alliantie tussen Amsterdam UMC en Flevoziekenhuis zal dit netwerk geen grote gevolgen hebben, verwacht Asselman. Het netwerk kan misschien wel profiteren van de ervaringen die al zijn opgedaan, bijvoorbeeld met de parallelle dbc’s en het alliantiebureau dat de logistiek regelt.