HartNet maakt de hartzorg beter, duurzamer en efficiënter
Zorg dicht bij huis als het kan, specialistische zorg verder weg als het moet. En alléén zolang het nodig is. Dat is de kern van HartNet Noord-Nederland, een samenwerking tussen huisartsen en cardiologen in de provincies Drenthe en Groningen. HartNet is in 2018 ontstaan om het groeiend aantal hartpatiënten het hoofd te bieden. En van de beste zorg te voorzien. Dat lukt, vertelt Jan Krikken, cardioloog bij het UMCG. Hij legt uit hoe HartNet werkt.
“De bekende rode vlekken”, noemt Jan de provincies Drenthe en Groningen op de cardiologische kaart. “Hier hebben meer mensen een hartaandoening en overlijden ook meer mensen aan hart- en vaatziekten dan in de rest van Nederland. En ondertussen neemt de vraag naar cardiologische zorg alleen maar toe.” Dat was de belangrijkste reden voor Michiel Rienstra, collega-cardioloog bij het UMCG, om meer samenwerking in de regio te zoeken.
Met elkaar om tafel
“Vóór HartNet werkten de ziekenhuizen in de regio vooral naast elkaar in plaats van samen”, vervolgt Jan. “Natuurlijk verwezen we wel naar elkaar. Maar dan werden diagnostiek en consulten vaak overgedaan. Eigenlijk hadden we allemaal het idee dat het ook anders zou kunnen.” Om dat idee te onderzoeken gingen de cardiologen van het Martini Ziekenhuis, het Ommelander Ziekenhuis Groningen, Treant, het Wilhelmina Ziekenhuis Assen en het UMCG met elkaar om tafel. “‘Wat zien we’ en ‘wat gaan we daaraan doen’ waren de vragen die centraal stonden. Op basis van vertrouwen zijn we de ideeën vervolgens verder gaan ontwikkelen.”
Zo dicht mogelijk bij huis
Ook andere belanghebbenden – huisartsen, zorgverzekeraars en patiënten – werden al in een vroeg stadium betrokken. Het resulteerde in HartNet Noord-Nederland, een netwerkorganisatie waarin huisartsen, regionale ziekenhuizen en het UMCG de hartzorg anders organiseren. Het uitgangspunt is steeds dat patiënten zo dicht mogelijk bij huis behandeld worden. Dus bij de huisarts als dat kan, of in het dichtstbijzijnde regionale ziekenhuis, en in het UMCG als een hartoperatie of andere complexe behandeling nodig is.
Vakinhoudelijke veranderingen
Vakinhoudelijk is er wel het een en ander veranderd, aldus Jan. “Afhankelijk van waar je als cardioloog werkt, behandel je een patiënt van begin tot eind, of niet. En doe je wel of geen interventies. Dat laatste is overigens niet nieuw, want veel dingen die we in het academisch ziekenhuis doen, zoals dotteren, ablatie of hartoperaties, deden ze in de regionale ziekenhuizen al niet. Wel nieuw is dat we in het UMCG nu echt alleen nog interventies en academische hartzorg doen. Vroeger kwam een patiënt via de huisarts of een regionaal ziekenhuis hier binnen, werd behandeld en bleef. Dan kwamen patiënten uit bijvoorbeeld Bad Nieuweschans in Oost-Groningen hiernaartoe voor controle. Dat gebeurt nu niet meer. Na de interventie gaat een patiënt zodra het kan terug naar het regionale ziekenhuis om daar alle nazorg te krijgen. Van herstel op de verpleegafdeling tot hartrevalidatie en controles.”
Herstel in het eigen regionale ziekenhuis
Jan benadrukt dat het zeker niet zo is dat het academisch ziekenhuis beter is. “Integendeel. Voor heel veel dingen kun je juist goed in het regionale ziekenhuis terecht. Iedereen doet nu waar hij of zij goed in is. Dat is de grote winst.” Zo zijn patiënten steeds verzekerd van de beste zorg. Ervaren patiënten dat ook zo? “We evalueren de zorgpaden continu en patiënten zijn over het algemeen heel positief. Wel is het belangrijk om de patiënt goed te informeren, zodat ze goed begrijpen waarom de zorg ‘opgesplitst’ is. En patiënten vinden het heel fijn als ze na een hartoperatie kunnen herstellen op de verpleegafdeling van hun eigen regionale ziekenhuis. Familie en vrienden kunnen dan makkelijker even op bezoek komen. Ook kosten de vervolgafspraken veel minder reistijd.”
Huisartsen aangesloten
Als controle in het ziekenhuis niet langer nodig is, nemen de huisartsen het over. Zij zijn een onmisbaar onderdeel van HartNet. Jan: “Vergeleken met andere regio’s in Nederland schijnen de huisartsen hier goed georganiseerd te zijn. Zowel de huisartsen in Groningen als de huisartsen in Drenthe zijn in een groep verenigd. Van elke groep neemt een vertegenwoordiger deel aan de besprekingen rond HartNet die 4 à 5 keer per jaar plaatsvinden.”
Aantal zorgvragen neemt toe
Het is de verwachting dat de zorg van HartNet niet alleen beter is, maar ook duurzamer. “Alleen al omdat we veel minder onderzoeken doen dan vroeger”, zegt Jan. “Maar dat hebben we nog niet onomstotelijk kunnen bewijzen. Daar is onderzoeker Gerdien Regts continu mee bezig. Het is echter lastig om alle data boven water te krijgen.” Dat HartNet efficiënter is staat wel als een paal boven water. “We zitten hier in een vergrijsde regio met veel hart- en vaataandoeningen. Het aantal zorgvragen neemt fors toe. Toch krijgen al die mensen de zorg die ze nodig hebben.”
Meer weten over HartNet? Kijk op umcg.nl.