In Deventer verbindt de Wally huisarts en sociale domein
Huisartsenpraktijken in Deventer en omstreken hebben sinds kort hun eigen Wally: een sociaal werker die de weg in het sociaal domein op zijn of haar duimpje kent. Huisartsen kunnen patiënten met een sociale, financiële of psychische vraag met een gerust hart overdragen. Dat scheelt tijd. Bovendien zijn patiënten beter geholpen. Sociaal werker Inge Obdeijn: “De eenvoud is de kracht van het concept.”
‘Waar is Wally’ heet het Deventer concept. “Een knipoog naar de bekende serie prentenboeken”, vertelt Inge Obdeijn, sociaal werker bij De Kern maatschappelijk werk in Deventer. “De pagina’s staan vol figuren en het is de uitdaging om Wally te vinden. Een beetje zoals huisartsen zich voelen als ze iemand willen doorverwijzen naar het sociale domein. Wie is de juiste hulpverlener? Helemaal aan het begin van het project riep een van de aanwezige huisartsen tijdens een informatiebijeenkomst ‘ah, zoals Waar is Wally dus?’. Zo is de naam gekozen.”
Elke huisarts een eigen Wally
Zo moeilijk als het vinden van de juiste hulpverlener in het sociaal domein is, zo simpel is de Deventer oplossing. “Elke huisarts heeft een eigen Wally”, vertelt Inge. “Een vast contactpersoon – altijd een sociaal werker – die ze kennen en waarmee ze korte lijntjes hebben.” De Wally komt in beeld zodra de huisarts een patiënt in de spreekkamer heeft met een niet-medische vraag. “Een huisarts weet niet alles van het sociaal domein. In plaats van lang zoeken waar een patiënt het beste terecht kan, verwijst een huisarts nu door naar de Wally. Dat scheelt de huisarts tijd én de patiënt is beter en sneller geholpen.”
Interventie of doorverwijzen
De Wally neemt vervolgens contact op met de patiënt. Inge: “Of beter, met de inwoner, want voor een Wally is het geen patiënt, maar gewoon een bewoner met een hulpvraag.” Om vervolgens de lijnen uit te zetten. “De Wally kan zelf een korte interventie doen of doorverwijzen naar een andere hupverlener in de wijk. Deventer heeft in elke wijk zowel een Wmo-team als een Voor Elkaar team. En als de bewoner toevallig uit een andere wijk komt, zorg ik voor een warme overdracht naar de juiste collega-Wally.
Elkaars expertise waarderen
Het succes van ‘Waar is Wally’ zit in de korte lijntjes, aldus Inge, die zelf ook Wally is. “Tussen huisarts en Wally, tussen de Wally’s onderling, tussen de Wally’s en de andere hulpverleners in de wijk, tussen de Wally en een bewoner. En tussen de Wally’s en de Wmo-medewerkers, want de gemeente is enthousiaste partner in het project.” Korte lijntjes krijg je als je elkaar kent. “Daarom hebben de huisarts en de Wally elk kwartaal even een afstemmomentje. Zodat ze elkaar regelmatig ontmoeten, ook als huisartsen de Wally wat minder vaak inzetten.” Ander belangrijk ingrediënt: de huisartsen en de sociaal werkers weten elkaars expertise te waarderen. “Meer is het niet. De eenvoud is de kracht van het concept.”
Géén fysiek onderdeel van de praktijk
Inge vertelt dat een aantal huisartsen geprobeerd heeft om de Wally fysiek onderdeel te maken van de praktijk. “Voor de korte lijnen was dat heel goed, want huisartsen konden de Wally direct aanspreken. Maar voor de patiënt werkte het niet. Want zodra iemand in de spreekkamer van de huisarts zit, wordt hij of zij ‘patiënt’. Als patiënt verwachten ze dat de huisarts iets gaat doen. Die houding namen ze vervolgens mee naar de Wally. Terwijl een sociaal werker juist wil versterken, zodat iemand in beweging komt en de regie houdt. Dat gaat sneller als je iemand thuis bezoekt of op een neutrale plek.”
Op de juiste plek
Kort gezegd zorgt de Wally dat de inwoner op de juiste plek de juiste aandacht krijgt. Dat beamen huisarts Gera Hoekstra en praktijkondersteuner ggz Saskia Straver. “Ik heb een echte stadspraktijk”, zegt Gera. “Dat betekent dat we alles op ons bordje krijgen, óók veel psychosociale problematiek.” Als voorbeeld noemt ze buikklachten door een financieel probleem. “Ik verwijs zo’n 2 keer per week patiënten door naar onze Wally. Als zij het financiële probleem kan oplossen, neemt de buikpijn ook af. En ik hoef niet te zoeken waar de patiënt terecht kan. Onze Wally neemt het over.”
Persoonlijk contact en korte lijntjes
Gera en Saskia waarderen het persoonlijke contact en de korte lijntjes. “Onze Wally heeft zich persoonlijk voorgesteld in het team”, vertelt Saskia. “We kregen allemaal een visitekaartje met haar 06-nummer en mailadres. Dat werkt heel goed.” Behalve doorverwijzen, kunnen ze hun Wally ook als sparringpartner gebruiken. “Soms weet ik niet precies wat passend is voor een patiënt. Dan luistert ze en stelt vragen.” En als Gera en Saskia wél doorverwijzen, stuurt de Wally altijd een terugkoppeling. “Ze laat weten hoe ze het heeft opgepakt. Dat is heel geruststellend, je weet dat het loopt.”
Gehoord voelen
Patiënten voelen zich ook serieuzer genomen, aldus Saskia. “Als je zegt dat je iemand gaat bellen, voelen ze zich gehoord. Zelfs als de Wally niet direct iets kan doen.” Zoals voor de jonge moeder met hevige rug- en bekkenklachten die op 4 hoog woont zonder lift. Gera: “Ze krijgt fysiotherapie en doet netjes haar oefeningen. Maar ondertussen moet ze wel een paar keer per dag de trap op en af met 3 kleine kinderen. Wat ze echt nodig heeft is een woning op de begane grond, maar dat is niet zomaar te regelen. Dan is het fijn dat via de Wally toch iemand bij haar langsgaat en meedenkt. En misschien wat dingen uit handen neemt.”
Zorgvuldig en snel
Bijkomend voordeel van de Wally-constructie: doorverwijzingen worden snel opgepakt. Dat ervaarde Maggie, een alleenstaande moeder van 32 jaar. “Ik heb 2 dochters, van 9 en 3 jaar. Ik ging naar de huisarts omdat ik me niet lekker voelde. Ik was het overzicht kwijt, het werd me een beetje te veel. De huisarts bracht me in contact met de Wally en nu heb ik een vrijwilliger die me af en toe helpt in huis. Dat was allemaal heel snel geregeld, echt fijn.” Maggie is ook blij met de zorgvuldigheid waarmee de Wally alles deed. “Ze kwam samen met de vrijwilliger op de koffie, om te kijken of er een klik was.” En met het contact tussen de Wally en de huisarts. “Ik merk echt dat het een team is, iedereen is op de hoogte.”
Het mag best rommelig zijn
“Om hulp vragen kan moeilijk zijn voor mensen”, vervolgt Maggie. “Dat vind ik zelf ook. Maar ik merk nu hoe fijn het is om te horen dat ik het gewoon hartstikke goed doe. Vooral omdat de vrijwilliger iemand is die ik nog niet kende, iemand met een objectieve blik dus. Dan zegt ze tegen me ‘Maggie je moet gewoon leven hoor, het mag best rommelig zijn’.” De vrijwilliger helpt Maggie om in balans te komen in het dagelijks leven. “En ik sta nu ook open voor meer hulp. Want ik heb veel vervelende dingen meegemaakt in mijn leven. Die wil ik achter me laten. Om mooie herinneringen met mijn eigen kinderen te kunnen maken.”