Medicatiebeoordeling: Het goede gesprek voor minder medicijngebruik
Kwetsbare ouderen slikken vaak veel medicijnen. Pijnstillers, bloedverdunners, bloeddrukverlagers, maagbeschermers, medicijnen tegen plasklachten, pillen tegen bontontkalking enzovoort. Vijf apothekers gingen bij ouderen met medicatie op rol aan de slag met medicatiebeoordelingen met als doel het minderen en stoppen van medicijnen.
Sanne Bakker, apotheker bij academische apotheek Stevenshof, was een van de apothekers. “We hebben uit ons patiëntenbestand mensen geselecteerd van 75 jaar en ouder die medicatie op rol gebruiken en 10 of meer medicijnen chronisch in gebruik hebben” vertelt ze. “Bij negen ouderen heb ik de medicatiebeoordeling gericht op minderen en stoppen uitgevoerd.”
Met toestemming van de patiënten kreeg Bakker toegang tot de gegevens van de huisarts. Die is in hetzelfde gezondheidscentrum gehuisvest als de apotheek. “We hebben een uitstekende samenwerking met de huisartsenpraktijk.” Daarnaast vulden de patiënten een vragenlijst in over onder andere klachten, wensen en gezondheidsproblemen.
Complexe interventie: goede samenwerking huisarts vereist
Meerdere patiënten besloten samen met de apotheker om het verbruik van bepaalde medicijnen te verminderen. Dit gebeurde steeds in nauw overleg met de huisarts of de praktijkverpleegkundige. Zo was er een mevrouw die calciumtabletten slikte en daarnaast zoveel melk, kaas en yoghurt gebruikte, dat een lagere dosering mogelijk was.
Patiënten bij wie het medicijngebruik omlaag ging, werden goed gevolgd. Bij een patiënt die een lagere dosis bloeddrukverlagers kreeg, werd regelmatig de bloeddruk gemeten. Voor een patiënt van 85 die de pijnstiller tramadol slikte, werd een afbouwschema gemaakt. “Een bijwerking van tramadol is dat je er suffig van kunt worden, met valrisico”, legt Bakker uit. “Maar je kunt niet zomaar in één keer stoppen. We hebben regelmatig contact gehouden met deze patiënt om te monitoren hoe het gaat.”
Betere band met de patiënt
Behalve dat het medicijngebruik bij meerdere patiënten omlaag kon, versterkten de gesprekken ook de band tussen patiënt en apotheek. “Omdat deze mensen wekelijks of tweewekelijks hun medicatie op rol thuis krijgen, zien we ze zelden in de apotheek”, zegt Bakker. “Het is goed dat ze nu het gezicht bij de apotheek kennen en weten dat ze met vragen over medicijnen bij ons terecht kunnen. En het was heel leuk en nuttig om te doen: de apotheker heeft naar mijn mening een belangrijke rol in het bieden van deze zorg.”
De ervaring van de gesprekken neemt de apotheker mee in de medicatiebeoordelingen die ze al voert met patiënten. “In het vervolg zullen we ook in deze gesprekken meer aandacht hebben voor de vraag of de medicijnen die mensen soms al jaren slikken, nog wel echt nodig zijn. Maagbeschermers zijn wat dat betreft laaghangend fruit. Maar ook bij medicijnen tegen plasklachten moet je eigenlijk na een jaar een proefstop doen. Vaak gebeurt dat niet.”