Regioplan Heerenveen zet stappen met data op populatieniveau

Regioplan Heerenveen 1.0 ontstond in 2015. Wat begon met losse samenwerkingsprojecten is inmiddels uitgegroeid tot een stevige regionale samenwerking. Ziekenhuis, ouderenzorg, thuiszorg, huisartsen, gemeenten, welzijn, zorgverzekeraar, patiĂ«nten en inwoners: iedereen doet mee. Onlangs verscheen Regioplan Heerenveen 10.0, waarin data een belangrijke rol spelen. Huisarts Karin Groeneveld en programmamanager Eileen van Ligten vertellen hoe de samenwerking professionaliseerde. “Data maken concreet waar we het over hebben.”

Karin is huisarts in Lemmer. Daar heeft ze samen met haar echtgenoot een grote duopraktijk. Maar de meeste tijd vult ze met besturen. Naast het ‘dokteren’ is ze voorzitter van de Friese Huisartsen Vereniging Ă©n voorzitter van Tjongerscoop, de coöperatie van 80 huisartsen in de regio Heerenveen. Ze stond aan de wieg van Regioplan Heerenveen. “Al in 2015 maakten ziekenhuis Tjongerschans, zorgorganisatie Alliade en Tjongerscoop de eerste versie van het regioplan. We zagen de ontwikkelingen in de zorg en beseften dat we het ieder op onze eigen eilandjes op termijn niet zouden redden. Hoe goed we ook bezig waren. Ons doel was meer samenwerking, beter passende zorg voor onze patiĂ«nten en anticiperen op de toekomst.”

Beginnen waar de energie zit

Drie vrouwen vergaderen aan een tafel en kijken naar verschillende papieren op tafel
© Regioplan Heerenveen

Maar samenwerken is eng, aldus Karin. “Iedereen roept ‘moeten we doen!’. Maar ga er maar aan staan in de praktijk. Je moet wĂ©l stukjes eigen regie loslaten.” Daarom begon Regioplan Heerenveen daar waar de energie zat. “Redenerend vanuit de inhoud en de praktijk. Denk aan zorgpaden die niet handig in elkaar zaten. Zo zijn we gaandeweg gaan bouwen.” In de loop der jaren professionaliseerde de samenwerking en raakten steeds meer partijen betrokken. “En kwamen er meer projecten”, vervolgt Eileen. “Want energie was er. Ondertussen werkten we aan verbinding tussen de projecten in de besturing. Zodat er overzicht ontstond. Zo groeide Regioplan Heerenveen steeds verder door.”

Wie wonen in onze regio

Tot de coronaperiode een pas op de plaats forceerde. Eileen: “Door corona was er minder ruimte om bezig te zijn met projecten. De tijd die vrijkwam hebben we gebruikt voor een dataonderzoek. Wat zeggen data over de populatie en het zorggebruik in de regio? Dat we met goede dingen bezig zijn, weten we wel. Maar het is lastig het effect te zien. Dat willen we met data boven tafel krijgen.” Regioplan Heerenveen combineerde dit dataonderzoek met het regiobeeld van de Juiste Zorg op de Juiste Plek.

Zorggebruik het hoogst onder ouderen

Het resultaat was een verschuiving naar een populatiegerichte aanpak. “In plaats van werken in verschillende projecten kijken we nu naar wie in onze regio wonen en wat hun zorggebruik is”, vertelt Eileen. “Kunnen we thema’s ontdekken? Zijn er doelgroepen die onevenredig veel zorg gebruiken? En wat is hun klachtenpatroon?” De regio Heerenveen ging op zoek naar ‘giants’ ofwel doelgroepen met veel zorggebruik. “En die hebben we gevonden. Zoals we al vermoedden is ook hier – net als in veel andere regio’s – het zorggebruik het hoogst onder ouderen. En nog specifieker, het zijn vooral ouderen met een relatief lage sociaaleconomische status.”

Verleiden tot een gezonde leefstijl

In de populatiegerichte aanpak van Regioplan Heerenveen kreeg deze specifieke doelgroep de naam ‘sociale ouderen’. “We hebben ook bepaald hoe we deze groep het beste kunnen benaderen”, vervolgt Eileen. “En – vanuit een marketing invalshoek – hoe we de ouderen kunnen verleiden tot een gezonde leefstijl. Vandaaruit hebben we onze projecten opnieuw gepositioneerd. Dit beschrijven we allemaal in Regioplan Heerenveen versie 10.0.”

De basis is vertrouwen

Drie vrouwen overleggen aan tafel en schrijven de bevindingen op
© Regioplan Heerenveen

Daaromheen maken de samenwerkende partijen – ziekenhuis, ouderenzorg, thuiszorg, huisartsen, gemeenten, welzijn, zorgverzekeraar en ZorgBelang Friesland namens inwoners en patiĂ«nten – mooie samenwerkingsafspraken. Karin legt uit wat daarvoor nodig is. “De basis is dat al die partijen elkaar heel goed kennen en vertrouwen. Als dat er niet is, moet je echt terug naar de tekentafel. Voor de samenwerkingsafspraken hebben we het afgelopen jaar meerdere sessies georganiseerd. Het gaat om afspraken die je op voorhand wil maken. Bijvoorbeeld: wat we gaan we doen als het schuurt? En als het toch spannend wordt voor een van de partijen, hoe gaan we daar dan mee om?

Het gevoel van urgentie

Een andere basisvoorwaarde, volgens Karin, is dat alle partijen er absoluut meerwaarde in zien om de transitie naar een andere inrichting van de zorg samen te maken. “We zijn al zo lang samen op weg in deze zoektocht. Het besef dat we het samen moeten doen wordt dus breed gedeeld.” En dan is er natuurlijk nog het gevoel van urgentie. “Inmiddels lopen alle samenwerkingspartijen in de dagelijkse praktijk tegen muren op. Omdat er niet genoeg mensen zijn om de zorg te leveren bijvoorbeeld, of omdat de kosten oplopen. Die urgentie helpt. Maar het is zeker niet de enige factor. De brede basis is toch vertrouwen en commitment.”

Data maken het concreet

Wat ook helpt zijn de data. “Die maken concreet waar we het over hebben”, zegt Eileen. “Als je vertelt dat 6% van de inwoners verantwoordelijk zijn voor 64% van de zorgkosten spreekt dat onmiddellijk tot de verbeelding. Zeker als je op nog gedetailleerder niveau kunt aangeven om welke doelgroepen en welke klachtenpatronen het gaat.” De regio Heerenveen is nu druk bezig om de populatiegerichte aanpak en de bijbehorende data in alle lagen van de samenwerkende organisaties te verspreiden. “Het is heel fijn als Karin en ik en alle anderen aan de bestuurstafel van Regioplan Heerenveen elkaar begrijpen”, lacht Eileen. “Maar daar gaan we het niet meer redden. Het moet in de haarvaten van de organisaties komen, om ook daar een verschuiving op gang te brengen.”

MĂ©Ă©r leefstijlinterventies

Dat die verschuiving lastig is, is geen onwil. Eileen: “Als je altijd bezig bent met mensen ondersteunen en voor mensen zorgen, heb je niet altijd het totale plaatje voor ogen. Je bent gewoon je uiterste best aan het doen om de gevraagde ondersteuning en zorg te leveren. Maar als je de cijfers ziet, wordt opeens veel concreter wie wanneer en met welke klachten veel gebruikmaken van ondersteuning en zorg. Dan kun je je aandacht richten op voorkomen dat die groep groter wordt.” Hoe de regio Heerenveen dat doet, illustreren Karin en Eileen met voorbeelden. “Om de huisarts te ondersteunen en te ontlasten, zetten we steeds meer in op leefstijlinterventies. Ook om chronische ziekten te voorkomen. We hebben een project Welzijn op recept, om mensen met psychosociale klachten uit de huisartsenpraktijk te leiden. We werken wijkgericht in de driehoek huisartsenpraktijk, sociaal domein en wijkverpleegkundige.”

De-medicalisering versus medicalisering

“Het is óók een verschuiving naar de-medicalisering”, voegt Karin toe. ‘Toen we net begonnen, waren we erg bezig met de zorg efficiĂ«nter inrichten. Nu kijken we anders. Want is alles wel zorg? En dan kun je het zo gaan organiseren dat wat feitelijk geen zorg is ook niet in de zorg belandt.” In haar eigen praktijk merkt Karin dat dit werkt. “Wij omarmen al 3 jaar het concept positieve gezondheid. Dat betekent dat we naar ĂĄlle leefgebieden kijken, niet alleen zorg. We werken nauw samen met het sociaal domein.” Ze benadrukt dat het ook niet anders kan. “Het gevaar is dat Huisartsenpraktijken overlopen. En dan krijg je juist een tegengestelde beweging, naar meer medicalisering. Want je verdiepen in wat iemand echt nodig heeft, kost namelijk meer tijd dan even een verwijzing doen.”

Simultaan schaken

Die verschuiving vergt wel geduld en een lange adem, besluit Karin. “Een projectleider vergeleek het ooit met een mammoettanker die je van koers wil laten veranderen. Zelf gebruik ik bij presentaties altijd een plaatje van een jongetje dat aan het simultaan schaken is op 13 schaakborden. Dat is wat wij ook doen. Iedereen moet tegelijkertijd stapjes zetten. Alle partijen, in alle domeinen. Ik zie dat dat lukt. Daarom word ik hier na 7 jaar nog steeds enthousiast van.”