Voorzorgcirkel boort zilveren zorgreserve aan

Voorzorgcirkels zijn kleinschalige, informele verbanden van ouderen, familieleden, vrijwilligers of buren, die beloven elkaar bij te staan wanneer ze zorg en ondersteuning nodig hebben. Sleutelwoorden: nabij, wederkerig en vrijwillig. De voorzorgcirkels zijn een idee van gepensioneerd psycholoog Henk Geele. Coöperatie VGZ pikte het idee op en helpt de voorzorgcirkels verder ontwikkelen.

Vergrijzing een onoplosbaar maatschappelijk probleem? Niet volgens zorgvernieuwer Henk Geene. ‘Hoe meer vergrijzing, hoe beter, zeg ik tegenwoordig. Want hoe meer vergrijzing, hoe meer gezonde, vitale ouderen. En hoe meer vitale ouderen, hoe meer handen aan het bed. De kunst is om dat reservoir van gezonde, vitale ouderen aan te boren.’

Om deze slapende informele reserve te activeren, ontwikkelde gepensioneerd psycholoog Geene een eigen instrument: de voorzorgcirkels. Dit zijn kleinschalige, informele verbanden van ouderen, familieleden, vrijwilligers of buren, die beloven elkaar bij te staan wanneer ze zorg en ondersteuning nodig hebben. Sleutelwoorden: nabij, wederkerig en vrijwillig. ‘Het zijn clubs van acht tot veertien mensen die tegen elkaar zeggen: vanaf nu spreken we af dat we elkaar helpen als dat nodig is’, aldus Geene.

Niet elke vraag heeft een medisch antwoord nodig

Henk Geene
© VWS - Henk Geene

Die nadruk op zelfredzaamheid in gemeenschappelijkheid resoneerde bij Coöperatie VGZ. De zorgverzekeraar ziet de samenleving individualiseren en traditionele steunverbanden afbrokkelen. Daardoor belanden veel hulpvragen in het zorgdomein, terwijl ze daar niet thuishoren. En dat kan de samenleving zich niet veroorloven nu zowel de personeelstekorten als de zorgvraag groeien.

‘Ons systeem is erg ingericht op formele aanspraken’, constateert VGZ-bestuursvoorzitter Marjo Vissers. ‘Maar niet op iedere vraag is een medisch antwoord nodig. Wij vinden het daarom belangrijk dat je het eigen netwerk van mensen in een buurt en de sociale cohesie versterkt.’ Maar hoe doe je dat dan grootschalig? Dat was de vraag.

En dat was precies wat Henk Geene al deed met zijn voorzorgcirkels. Niet alleen in zijn woonplaats Wanroij, maar ook in Land van Cuijk, Helmond, Almere en Deventer. Met tastbare resultaten. Een veranderaanpak dus met directe impact op verschillende plekken. Veel meer had VGZ niet nodig om de voorzorgcirkels te omarmen. Nu wil Vissers ‘gas geven’. VGZ gaat de komende maanden met Geene in drie VGZ-kernregio’s tenminste driehonderd voorzorgcirkels uitrollen. Eind 2024 volgt de rest van Nederland. Want, benadrukt Vissers, voorzorgcirkels zijn er voor iedereen, VGZ-verzekerd of niet.

Naast de ouderen staan

Over de vraag naar de kracht van de voorzorgcirkels hoeft Geene niet lang na te denken. ‘Het is helemaal uit het leven van alledag ontstaan. Ik ben schatplichtig aan al die ouderen die duizenden reacties hebben aangeleverd waardoor ik het concept kon ontwikkelen. Er zit geen woord kamergeleerdheid in.’ ‘Dat is heel belangrijk’, vult Vissers aan. ‘Met al onze goede bedoelingen kijken wij toch vaak naar de wereld door onze eigen bril. Henk is naast ouderen gaan staan en heeft naar de wereld gekeken zoals zij die ervaren. Het gaat erom dat het werkt voor de mensen voor wie het bedoeld is. Hoe willen zij het hebben?’

Leden van een voorzorgcirkel aan tafel in gesprek
© VWS

‘Ouderen gaven aan dat ze hulp en steun liefst vlak in de buurt zoeken; in de eigen straat, in de eigen wijk, in het eigen dorp’, vat Geene een van zijn bevindingen samen. ‘Een voorzorgcirkel waarvoor je in de auto moet stappen kun je vergeten. We zoeken altijd op loop- en fietsafstand. Je laat bij wijze van spreken de hond uit en komt ook nog langs het huis waar je eventjes naar binnen moet om oud papier buiten te zetten of ogen te druppelen.’

Vraagverlegenheid

Burgers mogen dan graag iets voor elkaar willen betekenen, vragen blijkt volgens Geene een stuk lastiger. ‘We zitten in Nederland met grote vraagverlegenheid. Mensen bieden makkelijker hulp en steun dan dat ze er om vragen. Elke zorgcirkel krijgt daarom een verbinder, die vraag en aanbod samenbrengt. Mijn generatie heeft volstrekt afgeleerd om hulp te vragen. Dat komt omdat het ons de afgelopen decennia economisch zo goed is gegaan.’

Daar komt volgens Geene in hoog tempo verandering in. ‘Ouderen zien steeds meer in dat ze elkaar nodig hebben en ook zelf aan de bak moeten. Dat proces zal sneller gaan naarmate de druk groter wordt door het tekort aan arbeidskrachten in de zorg. Over een paar jaar komt de thuiszorg echt niet meer langs om zorgvragers op het toilet te zetten. Daar hebben ze gewoon de mensen niet voor.’

Het is volgens Geene ook onvermijdelijk dat steeds meer zorgtaken bij de burger terechtkomen. Dit roept de vraag op waar straks de grens ligt tussen formele en informele zorg. Een boodschapje doen is één ding, maar oog druppelen of steunkousen aantrekken, laat staan iemand op de po zetten, is iets heel anders. ‘Onder druk wordt alles vloeibaar’, zegt Geene. ‘Steunkousen aandoen en oog druppelen gebeurt in de praktijk al. Ik zie dat we in de zorg op allerlei punten grenzen verleggen. Er zijn al ziekenhuizen die vrijwilligers opleiden om te prikken of andere handelingen uit te voeren.’

‘We zijn niet zozeer grenzen aan het verschuiven, als wel dat we anders gaan kijken naar wat een zorgvraag is’, nuanceert Vissers. ‘Misschien past het antwoord gewoon beter in de eigen context van mensen. We hebben in ieder geval niet de mensen om op elke vraag een zorgantwoord te geven.’

Samenwerking met formele zorg

Hoe de afbakening tussen formele en informele zorg er ook uit gaat zien, volgens Vissers en Geene is nauwere samenwerking hoe dan ook nodig. In een van de proefregio’s gaat VGZ onderzoeken hoe dit zou kunnen werken. Voorzorgcirkels zijn, zoals de naam zegt, in feite een vorm van preventie. Als onderdeel van het transformatieplan Mooi Maasvallei gaat VGZ bekijken of ze ook onderdeel kunnen zijn van een formeel zorgtraject.

Marjo Vissers
© VWS - Marjo Vissers

‘Misschien kan iemand na een kortdurende opname makkelijker naar huis als het ziekenhuis weet dat er in de betreffende wijk een stevige voorzorgcirkel is’, verduidelijkt Vissers. ‘Dan is de ondersteuning thuis geregeld, ook al is de patiënt alleenstaand. In dat geval worden die voorzorgcirkels ineens een onderdeel van de revalidatiecontext.’

Nauwere samenwerking brengt nieuwe uitdagingen mee. Wat te denken van het gevaar van institutionalisering? ‘Dat risico is er’, beaamt Geene. ‘Het gaat nu vaak over IZA, WOZO en GALA. Dat noem ik het geweld van het geld. Dan kun je de gekke situatie krijgen dat financiers willen praten over de kostprijs van een voorzorgcirkel, terwijl een burger die zelf aan de slag gaat nul euro kost.’

Dat de stap naar monetarisering snel is gemaakt, ziet Vissers ook. ‘We moeten de voorzorgcirkel een zetje geven zonder het concept te institutionaliseren. Voor je het weet is het dan formele zorg, compleet met betaaltitel en aanspraak.’ Daarmee zouden we wat Vissers betreft het paard achter de wagen spannen. De kracht van de voorzorgcirkels is juist het informele, laagdrempelige karakter, dicht bij de leefwereld van ouderen.

Precies om die reden wil Vissers ook niet constant hameren op de noodzaak van informele zorg. ‘De noodzaak is er, maar als je de hele tijd achter mensen aanholt met het argument dat het moet, krijg je weerstand. Als mensen aan de slag gaan en de voorzorgcirkels zich als een olievlek gaan verspreiden, zullen mensen merken dat het er warmer, zorgzamer en leuker van wordt. Dat kon wel eens heel besmettelijk blijken te zijn.’

Dit artikel is ook verschenen in de IZA Mid-term review: Samen werken aan zorg en welzijn

Stel je vraag aan de initiatiefnemer

Wil je meer weten over voorzorgcirkels? We brengen je graag in contact met de initiatiefnemer. Mail je contactverzoek via de knop hieronder en we sturen je binnen 3 werkdagen de contactgegevens door.

Mail je verzoek