Hoe werk je samen in de wijkverpleging?

Mensen met een zorgvraag willen graag een passend antwoord op hun vraag. Het helpt daarom als zorgprofessionals samenwerken en met elkaar de zorg afstemmen. Op deze pagina vind je informatie over waar je op moet letten als je in je eigen organisatie en met andere zorgaanbieders in de wijkverpleging samenwerkt. Maar ook hoe je samenwerkt met bijvoorbeeld de huisarts en het sociaal domein.

Waarom is het belangrijk om samen te werken?

Doordat steeds meer cliënten zorg nodig hebben en er te weinig zorgmedewerkers zijn, wordt samenwerken steeds belangrijker. Samenwerken betekent dat je elkaar weet te vinden als dat nodig is. Dan kun je de zorgvraag van een cliënt beter coördineren en zodoende passende zorg leveren. Bovendien krijg je een overzicht van de beschikbare capaciteit en specialismen bij aanbieders. Dat betekent dat het voor cliënten en bijvoorbeeld huisartsen, ziekenhuizen en zorginkopers duidelijk is wie ze voor wijkverpleging moeten benaderen.

Je zorgt ook voor herkenbare en aanspreekbare teams voor je cliënt. Samenwerking is belangrijk met andere wijkverpleegkundigen, maar ook in de keten. Als wijkverpleegkundige kom je namelijk bij de mensen thuis en weet je ook goed of er andere klachten zijn. Door samen te werken met de huisarts en het sociaal domein kun je dus nog beter passende zorg bieden.

Waar moet je op letten in de samenwerking met andere zorgaanbieders in de wijkverpleging en het maken van afspraken?

Een fijne samenwerking in de wijkverpleging is afhankelijk van een goede gegevensuitwisseling van data, een samenhangende visie en aanpak en goede afspraken. Op de website van de Autoriteit Consument & Markt (ACM) vind je de belangrijkste punten waaraan de gemaakte afspraken moeten voldoen.

Hoe werk je samen binnen je eigen organisatie?

Binnen je eigen organisatie zijn er verschillende manieren waarop kunt leren van elkaars ervaringen. Bijvoorbeeld door een casus met elkaar te bespreken. Op de website van V&VN vind je de Intercollegiale Toetsing Indicatieproces. Dit is een vorm om je professionaliteit te verbeteren waarbij je nadenkt over een specifieke situatie van een collega. Op de website van V&VN kun je ook terecht voor meer algemene informatie over samenwerken.

Hoe bouw je een samenwerking op met andere zorgaanbieders?

Je weg vinden in het zorglandschap kan best lastig zijn als zorgaanbieder. Zoek daarom andere zorgaanbieders op, zodat je niet zelf het wiel hoeft uit te vinden. Door kennis te delen, help je elkaar om betere zorg te leveren en de werkdruk te verminderen. Ga bijvoorbeeld op zoek naar een andere aanbieder in de wijk waar je werkt die de wijk goed kent en je verder bij je zoektocht kan helpen. Bezoek congressen en blijf op de hoogte door je aan te melden voor de belangrijkste nieuwsbrieven.

Wat is het belang van goede contacten met de huisarts?

Als wijkverpleegkundige ben je de spil in de zorg en stem je deze af met de huisarts of de praktijkondersteuner. De huisarts is dan ook een van de eerste partijen die je bezoekt als je in een wijk aan de slag gaat. Je samenwerking met de huisarts zorgt voor een naadloze overgang in de zorg. Met de huisarts deel je informatie over patiënten, medicatie en behandelingen. Ook signaleer je veranderingen in de situatie van de cliënt en overleg je zo nodig met de huisarts. Zo ontstaat een compleet beeld van de cliënt. Daarnaast kun je in samenwerking met de huisarts een zorgplan opstellen. 

Hoe draagt samenwerking bij aan betere zorg en ondersteuning?

Op steeds meer locaties werken wijkverpleegkundigen samen met professionals in het sociaal domein, al dan niet in wijkteams. Je kunt dan samen zorgplannen opstellen waarin je medische én sociale aspecten kunt meenemen. Als wijkverpleegkundige kun je ook sociale problemen signaleren bij cliënten, zoals armoede, eenzaamheid en problemen rond de huisvesting. Als je de sociale kaart kent, kun je cliënten dan op het spoor zetten van passende ondersteuning.

In sommige gemeenten doen wijkverpleegkundigen ook de indicatiestelling voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zij zien immers van dag tot dag wat de cliënt nodig heeft. Een apart bezoek van de indicatiesteller van de gemeente is dan niet nodig. Zo kunnen zorg en welzijn elkaar versterken. Door elkaars expertise te benutten, kunnen wijkverpleging en het sociaal domein beter inspelen op de behoefte van cliënten.